-
1 parole
parole [paarol]〈v.〉2 woord ⇒ (het) spreken, uitspraak♦voorbeelden:1 parole de Dieu • Woord Gods, de Schriftparole d'évangile • evangelie, onomstotelijke waarheidla bonne parole • de Blijde Boodschapboire les paroles de qn. • aan iemands lippen hangen〈 spreekwoord〉 les paroles s'envolent, les écrits restent • schrift grift, gepraat vergaatmesurer ses paroles • zijn woorden wikkenje lui ferai rentrer les paroles dans la gorge • ik zal zorgen dat hij die woorden terugneemtil est tolérant en paroles • hij beweert tolerant te zijnc'est une parole en l'air • dat heeft hij zomaar gezegd, het is een loze kreetadresser la parole à qn. • het woord tot iemand richtencouper la parole à qn. • iemand onderbreken, in de rede vallen〈 spreekwoord〉 la parole est d'argent, et le silence est d'or • spreken is zilver, zwijgen is goudrendre sa parole à qn. • iemand van zijn belofte ontslaantenir (sa) parole • woord houdenprisonnier sur parole • voorwaardelijk in vrijheid gestelde(ma) parole!, parole d'honneur! • op mijn woord (van eer)!, eerlijk waar!ma parole, il a raison! • verdomd, hij heeft gelijk!1. f1) woord3) erewoord2. parolesf pl1) tekst2) praatjes -
2 rose
rose [rooz]I 〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:vieux rose • oudrozetout n'est pas rose • het is niet altijd rozengeur en maneschijnvoir tout en rose • alles van de zonnige kant bekijken→ crevetteII 〈v.〉♦voorbeelden:rose sauvage • bottelroosrose trémière • stokroosêtre couché sur des roses • op rozen zittenne pas sentir la rose • niet bepaald fris ruikenrose des sables • woestijnroosla rose des vents • de windroos1. m 2. f 3. adj1) roze2) rooskleurig -
3 rosé
rose [rooz]I 〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:vieux rose • oudrozetout n'est pas rose • het is niet altijd rozengeur en maneschijnvoir tout en rose • alles van de zonnige kant bekijken→ crevetteII 〈v.〉♦voorbeelden:rose sauvage • bottelroosrose trémière • stokroosêtre couché sur des roses • op rozen zittenne pas sentir la rose • niet bepaald fris ruikenrose des sables • woestijnroosla rose des vents • de windroosadj -
4 brush-off
-
5 give someone the brush-off
-
6 payer qn. de, en paroles
payer qn. de, en (belles) parolesDictionnaire français-néerlandais > payer qn. de, en paroles
-
7 envoyer qn. sur les roses
envoyer qn. sur les rosesDictionnaire français-néerlandais > envoyer qn. sur les roses
-
8 abspeisen
-
9 jemanden mit Versprechungen abspeisen
jemanden mit Versprechungen abspeisenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden mit Versprechungen abspeisen
-
10 promener
promener [promnee]♦voorbeelden:tout envoyer promener • alles opgeven, verwensenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rondleiden ⇒ geleiden, doen wandelen♦voorbeelden:promener un enfant • met een kind wandelença te promènera! • dan heb je meteen een wandelingetje!1 wandelen ⇒ lopen, een tocht maken♦voorbeelden:1 se promener à pied, en bateau, en voiture • een wandeling, een boottochtje, een autotochtje maken〈 informeel〉 va te promener! • hoepel op!1. v1) rondleiden2) vervoeren2. se promenerv -
11 envoyer
envoyer [ãvwaajee]2 gooien ⇒ werpen, schoppen, slaan, kaatsen♦voorbeelden:envoyer chercher • laten halen¶ 〈 informeel〉 envoyer dinguer, paître, promener, valser qn. • iemand afpoeieren, met een kluitje in het riet sturenil ne le lui a pas envoyé dire • hij heeft er geen doekjes om gewondenenvoyer promener qc. • iets laten schieten♦voorbeelden:→ air1. v1) verzenden2) gooien2. s'envoyerv -
12 envoyer promener qn.
envoyer promener qn.iemand afpoeieren, met een kluitje in het riet sturen -
13 envoyer dinguer, paître, promener, valser qn.
envoyer dinguer, paître, promener, valser qn.iemand afpoeieren, met een kluitje in het riet sturenDictionnaire français-néerlandais > envoyer dinguer, paître, promener, valser qn.
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский